In Helmond
wat de mond is van de hel
Werd hij
eind jaren zeventig geboren
Het filosoof
zijn kon hem niet bekoren
Maar grappen
maken voor studenten wel
Met cabaret
verdiende hij zijn sporen
En toen dat
lukte liet hij ook al snel
Als
olifantendoder van zich horen
Nu trekt hij
in het land rond als Rebel
Hij heeft
een kalend hoofd, een grote mond
En wappert
met zijn benen en zijn handen
Het podium
is zijn geliefde grond
Hij staat er
nimmer met zijn mond vol tanden
En heeft de
humor hangen aan zijn kont
Hij is
natuurlijk Leon van der Zanden
(Geschreven voor Politiek café Brug, 12 januari 2014)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten